Het heeft altijd iets van: zo, we gaan weer naar het werk, dit maal was het wel met gemengde gevoelens, 5 weken vakantie, en één weekend varen, nu weet ik wel zo vlak voor de werkzame eindstreep, met zeeën van tijd voor de boeg maar toch.
18 Juni ging ik ‘s avonds weer 45 kilometer op weg naar de Hogebrug voor een nachtdienst, mooi om weer tot jezelf te komen, afgelopen periode heb ik nauwelijks aan de boot gewerkt.
We zijn op 30 mei met de stam van de scouting wezen varen, zelf ben ik alleen naar het museum in de Brabantse Biesbos gevaren via de Spieringsluis.
Nadat we 11 man hadden opgeladen inclusief vrouw en hond, zijn we naar de Deenenplaat gevaren, helaas was daar toen alles vol, dus voeren we een rondje via het gat van kampen en de noordenklip en via de Reugt, waar we pauzeerden en over polder de Dood onze benen strekten.
Naar het nauw van Paulus, wat een naam, eigenlijk heeft de deze voor velen van grote betekenis zijnde figuur het hier dan niet “Spaans” maar Romeins benauwd gehad, daar denk je nu pas aan terwijl je het neerschrijft, in ieder geval vervolgden wij onze reis en voeren richting de Amer.
Lageruit ging het naar het gat van de vissen, en via het Gat van den Kleinen Hil voeren we weer naar het museum terug, alwaar er soep en broodjes gegeten werd, aleer men zich ontscheepte, en ik genoot van de eenzame stilte van de avond en nacht in de Biesbos.
De andere dag was het winderig weer, en voer ik door de zonneschijn naar de Spieringsluis, wel waren er op de Merwede aardige golven en golfde de Vrijbuiter naar de overkant de Ottersluis tegemoet waar ik gelijk met een kano schutte.
Bakboord uit ging het, het Wantij op en dacht via de Sionssloot te gaan, maar kwam ervoor nog een slootje tegen waar kano’s uitkwamen.
Onverschrokken, en maar zien hoe ver ik zou komen met een scheepje van 3.60 breed voer ik langs de Maria polder en de kikvors of otterpolder door vol verrassingen en verborgen meerplekjes en een haakse bocht naar links en een scheepslengte later onder een brugje weer naar rechts, het scheepje had echt niet groter moeten zijn.
Op het einde lagen de kano’s te wachten, die waren zeker al ingeseind dat er zo’n brede boot in aantocht was, het had echt moeite gekost om een kano tegen te komen op dat laatste stukje.
Evenwel genoot ik van deze vaartocht, en vervolgde het water via het moldiep, helsloot waar ik de meegeschutte kanoërs weer tegenkwam, die waren via de andere kant omgevaren, en na de dode kikvorskil meerde de Vrijbuiter af aan een mooi graskantje, waar nog juist één plekje over was.
Opnieuw was het een mooie avond met een goed boek en wat televisie om “bij”te blijven,en genoot nog heerlijk van het kluizenaarsbestaan.
De andere dag hoefde ik niet vroeg weg, daar het in de middag pas hoogwater was, en als je tegen hoogwater te Rotterdam naar de Helsluis vaart, ben je ruim op tijd om met de vloed via de Beneden Merwede naar Hardinxveld te varen.
Nadat er al diverse schepen vertrokken waren was het mijn beurt en voer ik naar het vaste stekkie waar ik om 15.30 afmeerde, en ik op de fiets weer huiswaarts keerde, voorlopig zou dat het laatste tochtje zijn tot de herfst.
Dit weekend ontbreken er foto’s maar de omgeving is bekend van vorige en komende afleveringen.
Deze zomerperiode, waarin ik de laatste loodjes van het brugwachterschap til, heb ik evenals jullie toch het nodige onderhoud aan de Vrijbuiter gepleegd zoals schuren en verven.
Een minder aangenaam karweitje was het vervangen van de pakking van de brandstoftank ja, je leest het goed die was niet tegen olie bestand en al vergommend en met twee keer zo veel volume, daar kom je dus pas achter als er olie in de bilge staat.
Dan toch op 26 september lever ik de sleutels van de brugbediening van de Rotterdamse bruggen in en mocht ik naar huis, nadat ik ook nog even langs de Parksluis ging voor wat afscheid.
Om het leven wat je toegemeten wordt te vieren moet je zelf soms wat slingers ophangen, en dat kwam op 29 september tijdens het 350 jarig bestaan van de opritten met de bogen en wapens.
Verhuld alsof de gouden eeuw voor mij nog gold, heb ik genoten van de ontmoetingen van de vele Overschieën-naren die zo vaak vriendelijk hun hand opstaken als je, of met de deur open,of via de ruiten hen gedag zwaaiden.
Uniek is daardoor deze locatie, en vindt je ook nergens anders in Rotterdam, buren die met een lunch langs kwamen compleet met champagne, en een koor wat een speciaal brugwachterslied in had gestudeerd in één woord TOP!
En dan val je in de stilte waarin je de boot reisvaardig maakt, alles controleert en op 1 oktober kies je samen met neef Hendrik het ruime sop, de brug achter je verbrandend, (Niet Letterlijk)
We varen om 09.30 uur aan de westzijde het kanaal van Steenenhoek uit via de sluis van het Kolff gemaal,
en gaan stuurboord uit richting Dordrecht:
Vervolgens via de Noord - Nieuwe Maas en Sliksloot gaan we stuurboord uit de Hollandse IJssel in richting Gouda en riepen de Julianasluis aan om de Gouwe op te schutten.
Ook hier vindt er wel eens een stremming plaats en wel aan de binnendeur, anderhalf tot twee uur schipper, waardoor we ons afmelden en een klein kwartier later rees voor ons de hefdeur van de Mallegat sluis.
Ook mooi, dwars door het historische Gouda, wat ook wel een anderhalf uur in beslag nam,
en we Careljan zijn Katwijker ook nog zagen liggen, geen foto!
De Gouwe lag even later weer voor ons open, en na het spoorbruggebeuren te Gouwsluis, staken we wat aarzelend over het Aarkanaal in en meerden te Aardam juist door de brug,aan een bijna nieuw gereed zijnde kade af.
De volgende dag is het in ieder geval droog, en na een stevig ontbijt werden we verzocht te vertrekken, omdat er een werkscheepje aankwam wat nog bezig was aan de kade.
Dus het zal goed half negen geweest zijn dat we de touwtjes los maakten, en koers zetten naar de Tolhuissluizen, waar om klokslag 09.00 uur de deuren voor ons open gingen, verder op het peil van Amsterdam, waar we onderweg nog wat foto’s namen van… natuurlijk voor ons interessante scheepjes dus de eerste dan maar:
Het blijkt geen oude westlander, maar de twee volgende , als die eens konden praten bleef ik denkelijk wel een dagje luisteren:
En we kijken uiteraard ook naar wat er zoal te koop ligt:
Kijk het zit nou eenmaal zo je gaat er voor, en ziet veel in zo iets, of je wend je snel af, dus denk ik dat het sneller weg is als het meeste bovendeks er af zou zijn, en je een eerlijk stuk “luxe “motor over zou houden.
Nou drijf ik natuurlijk te ver door, al hoe wel, daar hoef nu weer niet overheen gekeken worden, en toch heel wat ouder dan de voorganger:
Er volgt een flink opgebouwde aak, wel een beetje beklemmend voorkomen zo’n stuurhut tussen twee kajuiten :
Amstelhoek stond er op de vorige, dus in die buurt zijn we dan als we dit lieftallige droomplaatje vastleggen, en zit dan ook meteen weer in de sixties wanneer zulke gemotoriseerde tjalkjes van een ton of tachtig vaak nog met gloeikopmotor van zo’n 30 pk onze vaarweg opsieren.
Wat zullen de mensen van zulke scheepjes hard gewerkt hebben om hun droomwens vervuld te kunnen zien worden, een motor en ook nog een stuurhut:
Dan ineens zitten we weer in de “harde”werkelijkheid van Uithoorn, en zal toch proberen het “toen”gevoel te handhaven, want niet alleen een wat moderner jacht maar tevens een Amsterdammer die naar ik schat een 60 jaar ouder is.
Twijfelend , maar keuze en smaak verschillen nu eenmaal deze dan, om zich niet gepasseerd te voelen, zijn we haar wat stilletjes gepasseerd:
Wat zie ik nu. een bus over de spoorbrug, gelukkig wel een “lijndienst”:
We nemen afscheid van Uithoorn en treffen twee vlie—schepen in één klap
Het is zomaar mogelijk dat hun bejaarde leeftijd niet eens zo ver uit elkaar ligt, en de eerste looks like a merry go round boat :
En daar had ik het nou over een aantal foto’s terug, is het geen plaatje om zo goed mogelijk terug te brengen:
vlak er achter hebben ze dat al gedaan prachtig in de verf met leuke nuances, net zoals de praam erachter zit er ziel in het onderhoud:
Ook bij deze straalt de elan er af al deed de zon ook zijn best, en straalde terug, maar voor een brave kagenaar met zulke betings heb je dan toch veel lef:
Back in time met dit stukje industrieel erfgoed:
Nessersluis met de veerpont blijft hij of gaat hij, altijd even goed kijken, het samenspel van pont en schip of nu? aquaduct net benoorden Uithoorn en pont, één zin en tweeërlei uitleg:
Of gaan we dit zien in de toekomst, nee toch, er zijn er al zo weinig van:
Gelukkig zijn er van deze nog wel een aantal over:
We zien bijna geen oevers meer, als we eenmaal een stuk door Ouderkerk a/d Amstel zijn, schepen en nog eens schepen, veel lak, weinig lak etc:
Met veel te grote stuurhutten, vroeger stonden zulke schippers buiten:
Zo is het toch weer aardig wat voor deze keer, dus tot de volgende.
Groet, Willem.