Daar gaan we.
In aanvang was ik uitgegaan van de foto's. Exacte maten op de bouwtekening ontbraken en bovendien is het roer in latere jaren aangepast.
Toen de boot droog lag bleek dat mijn oorspronkelijke plan om de roerkoning deelbaar te maken niet voldoende was om het roer uit de taatspot te kunnen tillen: De ruimte tussen roer en hennegatskoker is eenvoudigweg te klein.
Dan de taatspot ook maar deelbaar maken.
We beginnen met het doorzagen, de diameter van mijn slijpschijf is onvoldoende om er tussen te komen, tussen roer en hennegatskoker, dus zagen.

Dan is het wel handig als het roer wordt opgevangen. Geschat gewicht tussen 150 en 200kg. Daarvoor heb ik een juk gemaakt dat op pijpen kan rollen.

De plaats waar ik de roerkoning heb doorgezaagd is bepaald door de minimumafstand die nodig is om de moeren onder de onderste flens te krijgen (MoerM12 = 10 mm dus 12 mm gekozen). Flens is 18 mm. Om een lasnaad aan de binnenzijde van de flens te leggen wordt de as 10mm onder bovenkant flens gehouden. Dus afstand roer tot bovenkant roerkoning is 12 + 18 - 10 = 20mm.
Dan wordt de onderflens zo haaks mogelijk op het stompje roerkoning afgesteld. Hoe? Weinig wetenschappelijk, maar n.m.m. toch zuiver genoeg door de bouten in de flens te draaien en daar de moeren op te plaatsen. De flens met een binnendiameter van 50 heeft een klein beetje ruimte op de asstomp van 50mm. Je voelt dan (ik zei toch al; weinig wetenschappelijk) waar de bouten iets verder uitgedraaid moeten worden om aan alle kanten een evengrote kanteling te krijgen.
Onderflens hechten en aflassen.
De 10mm die de flens boven de asstomp uitsteekt betekent dat de de roerkoning 10mm in moet korten om de oude maten weer te krijgen. Ook de bovenflens vraagt deze 10mm zodat de roerkoning uiteindelijk ontdaan wordt van 20mm.
Dan wordt er een stellage gemaakt om het bovendeel van de roerkoning in lijn te krijgen. Daartoe heb ik de meest rechte balk gehaald die er te koop was en deze m.b.v. spietjes evenwijdig gesteld aan het roer c.q. de roerkoning in het roer.
Bus van 20mm op de asstomp gelegd, Bovenflens op onderflens gebout en met de nodige hulpmiddelen het bovenste deel van de roerkoning evenwijdig gesteld aan het onderste. Na een kleine hecht en controle hetzelfde herhaald, maar dan haaks er op. Dus waar er eerst in de lengterichting van het roer werd gemeten en gesteld werd dat nu in dwarsrichting.


Aflassen en we hebben een uit twee delen bestaande roerkoning die zo goed mogelijk in lijn ligt.
Omdat de schroefas toch moet worden vervangen heb ik daar een stuk af geslepen om te gebruiken voor de uitlijning van de taatspot t.o.v.de hennegatskoker.
Als het voorbereidend werk aan de hak is gedaan (gelukkig bleek de oude taatspot perfect in lijn te hebben gelegen) en de taatspot is gedraaid, dan kan de taatspot worden voorzien van twee strippen (12x70) die evenwijdig aan de hak komen te lopen en d.m.v. bouten worden bevestigd. De hak bestaat uit een staande en een liggende strip. Deze laatste loopt iets door, waardoor de taatspot ook rust op de onderstrip.

De roerkoning heeft een diam. van 50, verjongd naar 40 waar hij de taatspot in gaat. Deze verjonging was afgesleten tot 38 en de taatspot had een gat van bijna 43. Gelukkig was de rondheid redelijk in tact gebleven.
Tot zover. Volgende keer als het nog mag, komt het uitlijnen en nog een klein leermoment met de taatspot aan bod.